Forensisch patholoog anatoom. Een mond vol voor een beroep dat veelal buiten de maatschappelijke aandacht blijft. Ons beeld ervan halen we voornamelijk uit televisieseries als CSI. Hoewel we in het dagelijks leven zelden of nooit over dit werk horen, worden er doorlopend lijkschouwingen gedaan om de toedracht van verdachte sterfgevallen te ontrafelen. Maar wist je dat dit ook voor dieren gebeurt? Monique Verkerk is de enige forensisch dierenarts van Nederland. Ze praat niet graag lang over haar keuze voor dit werk. Ze dóet liever. Voor de dieren die onder verdachte omstandigheden om het leven zijn gekomen en die week in, week uit op haar onderzoekstafel liggen.
Het is druk, tussen de middag in de kleine personeelsruimte van het gebouw van Dierenambulance Purmerend. Er wordt pauze gehouden, gepraat, gelachen. Midden in alle drukte zit Monique Verkerk met een bak koffie en een boterhammetje, bij te komen van de sectie van die ochtend. Maar bijkomen is een relatief begrip, Monique staat altijd áán. Met haar laptop op schoot neemt ze een onduidelijkheid door in de gegevens van de ochtendsectie met de verantwoordelijk forensisch rechercheur. Als dat is afgerond, draait ze naar de twee forensisch rechercheurs die net zijn gearriveerd om bij de sectie van die middag te zijn. Ze bevraagt hen op meer details van het plaats delict (PD) en legt hen uit waarom dat belangrijk is voor een goede uitvoering van de sectie. Ze beantwoordt een vraag van een stagiaire en begroet haar hondje Bubbles dat op stap was met een vrijwilliger van de dierenambulance. Tussendoor luistert ze haar voicemail af met een bericht over een komende sectie. “Ik kan gelukkig veel tegelijk”, constateert ze nuchter.
Protocol
Een paar uur eerder die dag opent Monique de koeling waarin de dieren liggen voor sectie. Omdat Monique één dag in de week als forensisch dierenarts werkt, nemen de vrijwilligers van de dierenambulance de dieren voor haar aan. Er is een strak protocol om de juiste gegevens te noteren en het dier op de juiste manier te bewaren. Monique pakt een doorzichtige zak uit de koeling met daarin blauwe, papieren doeken. Gewikkeld in die doeken ligt het dier waar ze vanochtend mee aan de slag gaat. Op de zak staan allerlei gegevens, die de forensisch dierenarts controleert met de aanmelding die ze eerder van de forensisch opsporing (FO) heeft ontvangen. Als ze zeker weet dat ze de juiste zak heeft, loopt ze naar de onderzoeksruimte en legt de zak op tafel. Vanaf dat moment maakt een assistent foto’s van iedere stap en ieder lichaamsonderdeel. “Iedere sectie levert zo’n honderd foto’s op”, vertelt Monique. “Die zijn enorm belangrijk voor de rapportage die ik maak naar aanleiding van de sectie. Een beeld zegt soms zoveel meer.”
Acht uur
Na afloop van een dag met secties schuift Monique thuis achter haar laptop om de rapportages te schrijven. Somswerkt ze tot diep in de nacht aan de rapporten. “Het is veel werk om een gedegen rapport te schrijven dat standhoudt in de rechtbank. Ik beschrijf uitgebreid wat ik heb gezien, voeg foto’s toe en dan het belangrijkste: ik formuleer mijn conclusie.” Na het aanleveren van de rapportage moet Monique eventuele vragen over de rapportage beantwoorden. En als een sectie uitmondt in een rechtszaak, is ze daarbij aanwezig als deskundige. “Mijn rapportage is vrijwel altijd de kern van de rechtszaak. Ik kan gelukkig hele heldere rapportages schrijven, maar rechters en officieren van justitie weten vaak zo weinig van dieren. Dus ik geef toelichting en beantwoord vragen.” Alles bij elkaar is Monique per sectie zo’n acht uur aan het werk. Ze doet ongeveer 120 secties per jaar.
Het compete interview met Monique kan je verder lezen in Onze Hond 2.