Wereldwijd leven honden soms in erbarmelijke omstandigheden op straat of in twijfelachtige fokkerijen. Veel stichtingen redden deze dieren en zoeken adoptieadressen in diervriendelijkere landen. Hoewel het een loffelijk streven is om dieren te willen helpen, moet je wel met bepaalde zaken rekening houden. Zo loop je het risico dat de dieren ziektes meebrengen, en kan er sprake zijn van gedragsproblemen. Stichting ESSCAP startte onlangs een voorlichtingscampagne over dit onderwerp.Â
Stichting ESCCAP (www.esccap.eu) ondersteunt dierenartsen bij de communicatie over verantwoord huisdierbezit en parasietenbestrijding. Volgens de Europese regelgeving moeten dieren die uit bepaalde landen worden geïmporteerd, gevaccineerd zijn tegen hondsdolheid (rabiës) en in sommige landen ook tegen de vossenlintworm. Deze ziektes vormen een groot risico voor de volksgezondheid. Er kunnen bij buitenlandse honden echter andere parasieten en ziekteverwekkers aanwezig zijn, zoals teken die niet voorkomen in Noord-Europa. In 2019 werd Nederland nog opgeschrikt door het vinden van de Hyalomma (reuzen) teek, die normaliter in Azië, Afrika en Zuid(oost) Europa voorkomt.
De officiële instanties adviseren om geen zwerf- of asieldieren uit het buitenland mee naar huis te nemen. Beter is het om geld of voeding te schenken aan lokale dierenbeschermingsorganisatie om opvang en castratieprogramma’s te kunnen uitvoeren, waardoor de problematiek ter plaatse wordt aangepakt. Mocht een hond of kat wel zijn meegenomen, dan is het erg belangrijk dat het dier goed onderzocht wordt door een dierenarts. Importhonden kunnen ziektes bij zich dragen zonder dat ze symptomen vertonen. Naast risico’s voor de volksgezondheid zijn ook gedragsproblemen een punt van zorg. Zwerfhonden of honden uit grote buitenlandse kennels zijn niet altijd goed gesocialiseerd. Ze hebben niet geleerd zich te gedragen in huiselijke of verschillende situaties. Dit kan leiden tot gedragsproblemen. Dierengedragstherapeuten kunnen hierbij helpen.
